Dichttimmeren of ruimte bieden? De Omgevingswet komt eraan.
Op 1 juli 2019 wordt de omgevingswet van kracht. Dat lijkt nog ver weg, maar deze wet is misschien wel de grootste wetswijziging sinds de invoering van de grondwet in 1848! De invoering van de nieuwe wet wordt voor de gemeenten een nog grotere opgave dan die we de afgelopen jaren in het sociaal domein hebben gehad. Een grote, uitdagende, maar ook leuke klus voor gemeenten en provincie, waarbij samenwerking en afstemming tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en provincie centraal zal moeten staan. En waarin raadsleden het initiatief moeten pakken en niet kunnen afwachten.
De Omgevingswet: alleen ben je sneller, samen kom je verder
In de afname van de regeldruk vanuit het rijk ligt een kans voor gemeenten om de ruimtelijke ordening in eigen hand te nemen, een mooie kans die vanuit de rijksoverheid geboden wordt, maar die wel de nodige tijd zal vergen om uitgewerkt te worden. Daarom is het van belang dat gemeenten hier nu al mee aan de slag gaan, ook al lijkt juli 2019 nog ver weg. De omgevingswet biedt gemeenten de ruimte om zelf een visie en ambitieniveau vast te stellen ten aanzien van de ruimtelijke ordening.
De omgevingswet in cijfers:
|
Keuzemomenten
Gemeenten kunnen alles dicht regelen of juist veel vrijheid geven en veel meer vanuit vertrouwen gaan werken. Het eerste is het makkelijkst en kost het minste tijd. Dan laten we alles zoals het is. Het laatste ligt in lijn met de veranderingen waar we in het Westerkwartier ten aanzien van de herindeling al mee bezig zijn. Een verandering naar een Doe Democratie waarin participatiekracht van burgers en organisaties wordt gestimuleerd. Een terugtredende overheid die initiatieven van burgers en verenigingen ondersteunt en faciliteert. De ambtenaar van de toekomst gaat naast de burger staan en niet er tegenover. De omgevingswet biedt hiervoor mogelijkheden, maar de gemeente moet deze kans dan wel pakken door een eigen visie te ontwikkelen op de openbare ruimte. Het ontwikkelen van deze omgevingsvisie kan niet overgelaten worden aan het College of ambtenaren. De raad moet haar rol hierin pakken vanuit haar kader stellende taak. Het College en ambtenaren kunnen hierin ondersteunen, maar mogen niet leidend zijn.
De nieuwe omgevingswet bundelt vele bestaande wetten zoals Tracéwet ; WABO ; WRO ; Waterwet Monumentenwet; Woningwet ; Gaswet ; Mijnbouwwet ; Spoorwegwet ; Boswet ; Flora- en Faunawet ; Onteigeningswet ; Wegenwet ; Wet geluidhinder ; Wet milieubeheer ; Wrakkenwet, etc… |
De rol van de provincie
De grootste uitdaging ligt echter niet in het opstellen van een eigen omgevingsvisie, maar in het afstemmen van deze visie met buurgemeenten en provincie. Net als de gemeenten krijgt de provincie de ruimte om alles dicht te regelen of juist veel ruimte te bieden. Als de provincie de eerste optie kiest, blijft er weinig ruimte voor de gemeente over om een eigen ambitieniveau vast te stellen. Hier is dus afstemming nodig.
Daarnaast is het zo dat als een gemeente de ambitie heeft om een toeristische gemeente te zijn en de buurgemeente wil zich meer op industrie richten, hier dus ook afstemming nodig is, want de industrie van de ene gemeente kan het uitzicht vanuit de andere gemeente bederven waardoor het lastig wordt om toeristen te trekken. Hierin is afstemming binnen het Westerkwartier niet voldoende. Er zal met alle buurgemeenten gesproken moeten worden, ook die in andere provincies liggen.
Niet afwachten
De VNG heeft bij de minister gelobbyd voor voldoende tijd voor visievorming. Voorkomen moet worden dat gemeenten tegelijk met de implementatie en visievorming bezig houden, zoals het geval was bij de vergaande wijzigingen in het sociaal domein. Dus laten wij als gemeente gebruik maken van de tijd die we gekregen hebben en nou niet zelf tot het laatste moment wachten! Want het opstellen van een omgevingsvisie kost tijd en kan niet worden overgelaten aan het College, dit zal de raad zelf moeten oppakken vanuit haar kaderstellende taak.